De volgende technische voorzieningen zijn noodzakelijk bij rioleringsbeheer (bron: par. 9.7 van het veiligheidsvoorschrift Veilig werken bij rioleringsbeheer).
Afdalingsunit
Indien in de put klimijzers aanwezig zijn, mogen deze, vanwege de onbetrouwbaarheid ervan, niet worden gebruikt. Voor een veilige betreding van het riool moet de betredingsopening voorzien zijn van een afdalingsunit en een klimvoorziening. De afdalingsunit moet veilig en stabiel geconstrueerd zijn. De unit moet door één persoon kunnen worden bediend. Een persoon moet relatief snel, maar vooral stabiel en rechtstandig, uit de put kunnen worden gehesen.
Inloopbeveiliging
Er is een inloopbeveiliging nodig om de open liggende putten tijdelijk te kunnen afdichten. De beveliging gebeurt met of een rooster of met een hekwerk.
Meetapparatuur
Geclassificeerde draagbare meetapparatuur, geschikt voor zone 1, is verplicht voor het bepalen van luchtcondities in het riool: voor het meten van zuurstof, "explosiegevaar" en zwavelwaterstof. De noodzaak voor de aanwezigheid van meetapparatuur voor toxische stoffen is afhankelijk van de situatie. Voor het meten van de zuurgraad kan worden volstaan met indicatorstroken, het zogenaamde lakmoespapier. Een zuurgraadmeter is uiteraard ook toegestaan. In sommige situaties kan het gewenst zijn de temperatuur, luchtvochtigheid en luchtsnelheid te meten. Aanschaf van deze specialistische meetinstrumenten is echter niet noodzakelijk.
Rioolverlichting
Bij langdurige werkzaamheden in een afgesloten rioolcompartiment, zoals bij renovatiewerkzaamheden, is rioolverlichting, geschikt voor zone 1, verplicht. Handlampen moeten altijd tot de uitrusting behoren, ook al is er stationaire verlichting.
Ventilatoren
Ventilatoren, geschikt voor zone 1, zijn noodzakelijk voor het verversen van de lucht in het riool nadat het rioolsegment is afgesloten.
Doel van deze voorzieningen is veilig werken in rioolstelsels mogelijk te maken.