Maatregel naar plaats in de Arbeidshygiënische Strategie:
Organisatorische maatregelen
Beschrijving van de maatregel
De vijf aanvullende organisatorische maatregelen die verplicht moeten worden genomen, zijn:
-
1. Voorlichting blootgestelde personen
Elke werknemer die blootgesteld wordt aan DME wordt over de bronnen, de risico’s, de gezondheidseffecten en de beheersmaatregelen voorgelicht.
-
2. Rijgedrag
Elke werknemer die een diesel aangedreven voertuig of arbeidsmiddel bestuurt, rijdt rustig, kiest een zo kort mogelijke rijroute en laat de motor niet onnodig draaien.
-
3. Routing
De rijroute in een binnenruimte is zo kort mogelijk. Bij de inrichting van de loods, magazijn of overslaghal wordt hier rekening mee gehouden.
-
4. Toelating magazijn, loods of overslaghal
Afspraken worden gemaakt over wie wel en wie niet in de binnenruimte werkt indien er sprake is van DME-blootstelling.
-
5. Koude start
Indien een koude start in een binnenruimte niet voorkomen kan worden, worden alle deuren opengezet voordat de motor wordt gestart. De koude start gebeurt bij voorkeur zonder dat er andere medewerkers in de buurt zijn en er wordt zo snel mogelijk na het starten rustig weggereden.
Beoogd effect
Met deze organisatorische maatregelen wordt blootstelling aan dieselmotoremissie verminderd.