Voor een onderhoudsbeurt rijden kranen, vrachtauto’s, bestelwagens en shovels de onderhoudswerkplaats naar binnen, daarna vindt onderhoud plaats en tot slot rijden ze weer naar buiten. Een bezwarende factor is de koude start. Tijdens het onderhoud wordt de motor van het voertuig getest.
Tijdens het vervangen van een inbouw roetfilter komt een hoeveelheid roetdeeltjes vrij.
Maatregel: geven werkinstructie bij vervangen roetfilter.
Situatie 1
- Diesel aangedreven voertuigen worden met behulp van andere hulpmiddelen in en uit de onderhoudswerkplaats gereden.
Opmerking: gedurende de looptijd van de Arbocatalogus wordt nagegaan of dit realiseerbaar is. - Bij het testen en proefdraaien van dieselmotoren is situatie 1 niet van toepassing omdat DME inherent vrijkomt en het niet mogelijk is om de bron weg te nemen.
Maatregelen: geen.
Situatie 2
Diesel aangedreven voertuigen rijden op eigen kracht de onderhoudswerkplaats in of uit.
- Vrachtwagens en bestelwagens zijn voorzien van een Euro 4, 5 of EEV-motor of een motor met een effectief roetfilter.
- Kranen en shovels hebben een Stage 3b of een Tier 4 motor of zijn voorzien van een effectief roetfilter.
- Er is een rechtstreekse afvoer van de uitlaatgassen door middel van een afvoerslang op de uitlaat. Deze wordt bevestigd voordat het voertuig naar binnen rijdt.
Maatregelen: alle aanvullende technische maatregelen en alle aanvullende organisatorische maatregelen worden genomen.
- Het testen en proefdraaien vindt plaats in een daarvoor ingerichte testruimte. Op de uitlaat is een afvoerslang aangesloten.
Maatregel: aanvullende maatregelen bij het testen van dieselmotor worden genomen.
Opmerking persoonlijke beschermingsmiddelen van toepassing op situatie 2:
Wanneer tijdens het proefdraaien de testruimte moet worden betreden, bijvoorbeeld voor het afstellen van de motor, draagt de werknemer een halfgelaatmasker type P3.
Situatie 3
- Diesel aangedreven voertuigen met een Euro 3 motor of lager of Stage 1, 2 of 3a of Tier 1, 2 of 3 motor zonder effectief roetfilter of ontregelde motoren Euro 4, 5, EEV, Stage 2 en 3a of Tier 2 en 3 rijden op eigen kracht de onderhoudswerkplaats in en uit.
Maatregelen: verminderen DME-blootstelling in werkplaats, alle aanvullende technische maatregelen en alle aanvullende organisatorische maatregelen worden genomen.
- Het testen en proefdraaien vindt plaats in een daarvoor ingerichte testruimte. Op de uitlaat is geen afvoerslang aangesloten.
Maatregelen: maatregel bronaanpak tijdens testen van dieselmotor in testruimte en aanvullende maatregelen bij het testen van dieselmotor worden genomen.
Opmerking persoonlijke beschermingsmiddelen van toepassing op situatie 3:
Wanneer tijdens het proefdraaien de testruimte moet worden betreden, bijvoorbeeld voor het afstellen van de motor, draagt de werknemer een halfgelaatsmasker type P3.
- De verplichtingen rondom DME zijn nader toegelicht in het document Arbocatalogus Dieselmotoremissies. De verplichting om emissies te minimaliseren is de zogenoemde inspanningsverplichting van de werkgever; zie paragraaf 2.6 van voornoemd document voor een uitgebreide toelichting op de invulling van het begrip inspanningsverplichting.
- Basisinspectiemodule van Inspectie SZW Blootstelling aan dieselmotoremissies (DME) 2019.
- Advies Gezondheidsraad 2019: Er is geen veilig blootstellingsniveau aan te geven voor de blootstelling aan die roetdeeltjes. Er is een streefrisiconiveau en een verbodsrisiconiveau afgeleid van respectievelijk 0,011 microgram (µg) respirabele elementaire koolstofdeeltjes per kubieke meter (m3) lucht en 1,03 µg/m3.