In de afvalbranche is regelmatig heet werk nodig. Heet werk bestaat uit snijbranden, lassen en stiflassen. Naast algemene risico's die elders zijn beschreven zoals het werken in een besloten ruimte, het ontstaan van brand en de blootstelling aan lawaai geluid, kennen deze werkzaamheden een heel specifiek risico, namelijk het ontstaan van rook. Lasrook ontstaat door het verdampen van metaal, vooral aan het oppervlak van de afsmeltende druppels van het toevoegmateriaal. Door het reageren van deze metaaldamp met de omgevingslucht worden metaaloxiden en metaalnitriden gevormd. Na afkoeling gaan deze oxiden en nitriden over in vaste vorm en blijven als fijne deeltjes in de lucht zweven. Lasrook is een damp die de atmosfeer in de werkomgeving verontreinigt. Inademing van lasrook is zeer slecht voor de gezondheid en leidt tot kortademigheid.
Snijbranden
Snijbranden vindt plaats met acetyleen gasflessen. Bij de verbranding van het brandgas acetyleen met zuivere zuurstof ontstaat een vlam met een hoge temperatuur, boven de 3000 graden Celsius. Het is het enige gasmengsel dat een verbrandingstemperatuur heeft hoog genoeg om staal te doen smelten en een aanvaardbare laskwaliteit te verkrijgen. Zuurstof laat een vuur zeer fel branden en een mengsel van zuurstof en een brandbaar gas kan een explosie veroorzaken. Het is noodzakelijk dat de zuurstofcilinders gescheiden van de flessen met brandbare gassen worden opgeslagen. In deze opslagruimte mogen geen andere brandbare materialen staan.
Lassen
Er zijn twee hoofdgroepen lastechniek, namelijk het smeltlassen en het druklassen. Bij het smeltlassen komt de verbinding tot stand vloeibare toestand, meestal zonder druk en met of zonder een toevoegmateriaal.
Booglassen, autogeenlassen en bundellassen zijn voorbeelden van de smeltlastechniek. Bij druklassen komt de verbinding onder druk tot stand en meestal zonder toevoegmateriaal. Weerstandlassen is een voorbeeld van een druklastechniek.
Stiftlassen
Stiftlassen wordt toegepast om kleine bouten, stukken rond of andere kleine voorwerpen op een plaat te bevestigen. Dit wordt gedaan met een kortstondige elektrische boog tussen de stift en het materiaal. Nadat het materiaal en de stift zijn gesmolten wordt de stift met grote kracht het materiaal ingeschoten.