Medewerkers werkzaam in de afvalverbranding komen met name tijdens het werk in en rond de afvalstoffenbunker, in aanraking met biologisch actief stof. Bij het verbrandingsproces is het niet mogelijk om blootstelling aan biologisch actief stof geheel te voorkomen, wel kan de blootstelling worden geminimaliseerd en zodanig worden beperkt dat werknemers geen nadelige gezondheidseffecten van het stof ondervinden.
Definitie
In de afvalbranche is 'biologisch actief stof' een verzamelnaam voor deeltjes die in de lucht zweven waaraan zich verschillende componenten kunnen hechten, zoals chemische verbindingen, restanten van micro-organismen (endotoxinen en mycotoxinen) en andere organische oorsprong, en mogelijk levende micro-organismen (formeel biologische agentia genoemd); micro-organismen zijn bacteriën, virussen, schimmels en gisten.
Blootstelling
De samenstelling van biologisch actief stof is afhankelijk van het type afval en de opslagduur van het afval. De groei van de micro-organismen wordt voornamelijk gestimuleerd door de aanwezigheid van water, voedingsstoffen, en een gunstige temperatuur. Daarnaast spelen tijd, licht, zuurstofgehalte en de zuurgraad een rol. Een belangrijke voorwaarde om aan micro-organismen te worden blootgesteld is dat er een transportmedium aanwezig is. Transportmedia zijn dampen, vloeistofdruppels, vocht, vuil en stof.
Na de verbranding in de AEC, BEC of SVI is geen blootstelling aan micro-organismen te verwachten met uitzondering van het verhelpen van procesverstoringen op het verbrandingsrooster, de ontslakker en in de slakkenbunker wanneer afval onvolledig verbrand is.
Functies met blootstelling
De momenten waarop medewerkers van verbrandingsinstallaties worden blootgesteld aan biologisch actief stof zijn:
- operator installatie reststoffen verwerking
- schoonmaakpersoneel
- onderhoudspersoneel
- wachtchef installatie
Gezondheidseffecten
Medewerkers worden met name via inademing van stof en in mindere mate via huidopname. Biologisch actief stof moet dus niet in de ademzone voorkomen. Stof dat wordt ingeademd kan effecten in de luchtwegen geven, zoals ontstekingen of allergische reacties. Als het stof op de huid terecht komt, kan het infecties aan de huid veroorzaken en eczeem-achtige klachten geven.
Omdat de mens voor alles dat het lichaam binnendringt natuurlijke afweermechanismen heeft, zal niet elk contact met biologisch actief stof tot gezondheidseffecten leiden. Belangrijke factoren hierbij zijn de hoeveelheid stof, de samenstelling van het stof en de mate waarin deeltjes die aan het stof gehecht zijn ziekmakend vermogen hebben. De kans op gezondheidseffecten is bij werkzaamheden in de buitenlucht lager dan in een bunker vanwege de vermenging met schone lucht.
Welke maatregelen zijn verplicht?
De werkgever is verplicht om de blootstelling aan biologisch actief stof te beoordelen. Indien de blootstelling te hoog is, is het verplicht om maatregelen te nemen om de blootstelling te beheersen. Een zeer effectieve maatregel is het Gebruiken van een overdrukcabine op mobiele arbeidsmiddelen. Bij zorgvuldig gebruik en periodiek onderhoud geeft de overdrukcabine voldoende bescherming tegen blootstelling aan biologisch actief stof. Daarnaast zijn ook onderstaande maatregelen verplicht; voor de inhoud van de betreffende maatregel in de tabel geheel onderaan op deze pagina:
- Beschrijven biologisch actief stof en maatregelen in RI&E
- Voorlichten over biologisch actief stof
- Bieden goede sanitaire voorzieningen
- Verbieden van roken, drinken en eten tijdens het werk
- Vermijden van stof aan de bron
- Aanbrengen van afgezogen omkasting
- Afschermen van transportbanden
- Paragraaf Wat is verplicht? van Dragen werkkleding op het bedrijfsterrein en in installaties
- Minimaliseren blootstelling van werknemers
- Aanbieden van vaccinatie hepatitis A, hepatitis B en tetanus
- Medisch behandelen na prik- of snij-incident
Bij ongeval of incident met biologisch agens van categorie 3 of 4 dat kan leiden of heeft geleid tot besmetting van een werknemer:
- Zo spoedig mogelijk melding aan Inspectie SZW doen
Bij blootstelling tijdens het werken met reststoffen:
- zie voor aanvullende maatregelen bij het risico Reststoffen
Bij betreding van een hal:
- toepassen procedures voor veiligstellen en werkwijze bij ketelrevisie
- indien in het composteerbedrijf voorschreven: toepassen werkvergunning
Bij gebruik van arbeidsmiddelen zoals kranen, shovels en compactors:
- gebruiken van overdrukcabine op mobiele arbeidsmiddelen
Indien persoonlijke beschermingsmiddelen noodzakelijk zijn om de blootstelling voldoende te beheersen conform de richtlijn adembescherming bij bioconversie van gft-afval
- Gebruiken adembescherming stofblootstelling
- Gebruiken persoonlijke beschermingmiddelen
- Voorlichten over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen