Arbocatalogus Afvalbranche

Dé arbostandaard voor alle bedrijven in de afvalsector!
11 oktober 2023, 22:13 uur
Achtergrondinformatie

Voorbeeld werkinstructie Laden en lossen ondergrondse container

Printvriendelijke versieAls e-mail versturenPDF document

De veiligheid van hijswerk is weersafhankelijk; doe geen hijswerk bij harde wind (vanaf windkracht 7) of storm en tijdens onweer.

Voorbeeld werkinstructie voor het laden en lossen van ondergrondse containers met:

  • Kraantrechterwagen: motorwagen met zelflossend laadcompartiment en persinstallatie, voorzien van een autolaadkraan, of
  • Afzetwagen voorzien van een autolaadkraan met container, persinstallatie of afzetbare container.

Voor vertrek: controle op gebreken

De hijsinstallaties voor laden en lossen van (ondergrondse) containers zijn bedoeld om grote lasten mee te hijsen, te heffen of te verplaatsen. Voordat hiermee gewerkt mag worden, moet altijd als eerste gecontroleerd zijn of de installatie zichtbare gebreken vertoont. Als een beladingsinstallatie onregelmatigheden of gebreken vertoont, mag hiermee niet gewerkt worden. Gebreken moeten direct aan de leidinggevende gemeld worden. De machinist bepaalt of reparatie om veiligheidsredenen moet worden uitgevoerd. Voor vertrek doet de machinist minimaal het volgende:

  • Controleer de hijsinstallatie van de kraantrechterwagen op gebreken en onregelmatigheden; meld een gebrek en laat direct reparatie uitvoeren
  • Controleer of de borging van het hijsblok in orde is
  • Check of het kraanboek in de wagen aanwezig is
  • Check van de windverwachting (Uitleg windkracht en windschaal van Beaufort door KNMI)
    Wettelijke voorschrift: hijswerk is toegestaan tot windkracht 7. Bij harde wind vanaf windkracht 7 bft (oftewel een windgemiddelde snelheid gedurende meer dan 10 minuten hoger dan 13,8 m/s) is het uitvoeren van hijswerk verboden.

Instructie bij hijsen van ondergrondse container

  1. Handel conform de geldende afspraken binnen het bedrijf indien er sprake is van bijgeplaatst afval naast de ondergrondse container.
  2. Zet tijdens het lossen van een ondergrondse container de zwaailichten aan.
  3. Plaats het voertuig met de bedieningskant aan de zijde van de ondergrondse container. Zet het voertuig zo dicht mogelijk bij de te legen container. Hierdoor heb je meer hijskracht en voorkom je dat derden tussen de container en de wagen doorlopen of fietsen.
  4. Controleer of de container niet zichtbaar beschadigd is bijvoorbeeld door brand of sabotage.
    In geval van beschadiging: dan de container niet legen en melden bij de leidinggevende, de planning of technische afdeling (afhankelijk van bedrijfsafspraak).
  5. Stempel het voertuig goed af: schuif alle stempels | steunpoten geheel uit. Let erop dat zich tijdens het uitschuiven geen andere weggebruikers in de buurt bevinden.
    Bij een te zachte ondergrond: gebruik een stempelplaat om een groter draagvlak te verkrijgen, waardoor de stabiliteit wordt vergroot op bijvoorbeeld los liggende stoeptegels, zachte berm of ondergrond en dergelijke.
  6. Ga op veilige afstand staan. Houd rekening met de nodige extra ruimte bij veel wind. Onderbreek of staak het hijswerk bij harde wind met windkracht vanaf 7 bft; dit is wettelijk verplicht.
  7. Breng de kraan met opname blok boven de container en bevestig deze.
  8. Controleer de borging van container met opnameblok opdat de container goed aangehangen is. Zorg dat je goed op de hoogte bent van alle details van hijswerk en volg de werkinstructie voor het specifieke opnameblok. Er zijn verschillende soorten opnameblokken zoals GEJO 3 haken opnameblok, Metro opnameblok, Kinshofer opnameblok en Schaeffer opnameblok.
  9. Hijs de container tot 20 cm boven de grond en controleer of de veiligheidsvloer of rand mee omhoog komt.
    Zo niet: dan de container niet legen, terugplaatsen, en melden bij de leidinggevende, de planning of technische afdeling (afhankelijk van bedrijfsafspraak).
  10. Hijs de container alleen omhoog als er zich geen personen in de buurt van de te hijsen container bevinden. Zet het hijsgebied zo nodig af bijvoorbeeld met rood-wit lint.
  11. Hijs de container boven de laadbak.
  12. Open de bodem van de container.
  13. Open de bodem pas als de container volledig boven de laadbak hangt. De wijze van openen van de bodem verschilt per merk en type container.
  14. Plaats na het legen de container op dezelfde plaats terug.
  15. Zet de container neer op een veilige plek indien de veiligheidsvloer niet opent en de container niet correct op de juiste plaats teruggezet kan worden.
    Zorg dat het containergat goed wordt afgeschermd zodat niemand erin kan vallen.
    Probeer nooit om het probleem zelf te verhelpen. Schakel hulp in en meld de situatie bij de leidinggevende, de planning of technische afdeling (afhankelijk van bedrijfsafspraak).
  16. Plaats de kraan met het opnameblok terug in de transportpositie.
  17. Schuif de stempels | steunpoten in en berg de stempelplaten op.
  18. Ruim eventueel gemorst afval op.
  19. Zet de zwaailichten uit alvorens weg te rijden.

Rekening houden met omstanders

Werk in een beheerst tempo en let goed op de omgeving. Houd bij het beladen en/of lossen altijd rekening met eventuele obstakels en omstanders, zeker als het voertuig in de openbare ruimte staat, zoals in de buurt van winkelcentra of scholen. Sta niet toe dat omstanders binnen het werkbereik van de beladingsinstallatie en/of bij de bedieningselementen daarvan komen.
Andere mensen zijn in het algemeen onvoldoende op de hoogte van de veiligheidsrisico's. Sta daarom niet toe dat andere mensen dan een collega assisteren tijdens de belading. Zorg voor extra afstand bij (vrij) krachtige wind (windkracht 6), want dan kan de container gaan slingeren. Onderbreek of staak hijswerk vanaf harde wind (windkracht 7 bft).

Geheven last

  • Sta nooit toe dat personen zich onder een geheven last begeven. Stop in het geval dat dit dreigt te gebeuren onmiddellijk de werkzaamheden. Waarschuw de persoon in kwestie buiten bereik van jouw kraan te blijven.
  • Hou er rekening mee dat in de Arbowet onder andere staat dat degene die de installatie bedient persoonlijk verantwoordelijk is voor de veiligheid van anderen.

In geval van storing

Als tijdens het beladen onverwacht een storing optreedt, probeer dan in elk geval niet in een reflex de situatie even te corrigeren: je wint het echt niet van een vele honderden kilo's wegende container. Bedien in geval van een storing als eerste de noodstopknop en probeer vervolgens het probleem te beoordelen en mogelijk op te lossen. Klim nooit op het dak van het voertuig om bijvoorbeeld de laadkraan te resetten of afval te verwijderen.

Als de storing niet met eigen middelen is op te lossen, wordt de planning of technische afdeling gewaarschuwd.

Registratie en archivering

wat wie waar hoe lang
       
randomness